De grote kerk te Vianen
Op 1 augustus 1327 schenkt Zweder 2, heer van Vianen, een stuk land aan een kapel die staat op de plaats waar zijn ouders al een kapel hadden gebouwd. De bedoeling hiervan was de kapel van eigen inkomsten te voorzien waarmee een pastoor betaald zou kunnen gaan worden. De kosten zullen zijn gedragen door zijn schoonzoon Willem van Duvenvoorde, die bekend staat als de rijkste man van zijn tijd. Willem was zegelbewaarder van de graaf van Holland. Hij overlijdt zonder wettige kinderen en laat zijn vermogen na aan een neef, een van Polanen. Via die familie komt het voortaan terecht bij de Bredase Nassaus en uiteindelijk bij Willem van Oranje.
De kapel van Vianen valt onder de Kerk van Gasperden, het huidige Hagestein. De kapel wordt verbouwd tot een kerk van het type pseudobasiliek. In 1345 verkrijgen men doop- en begraaf rechten, maar wel onder het gezag van de pastoor van Gasperden.
In 1435 vervallen de laatste verplichtingen aan Hagestein en de kapel wordt een zelfstandige parochiekerk. De kerk wordt uitgebreid van pseudobasiliek tot hallenkerk, vermoedelijk na een stadsbrand in 1444. Het hoofdkoor en de zijkoren dateren, weliswaar een lagere vorm, uit die tijd.
In 1540 woedt er weer een grote brand in Vianen. Onder meer de kerk brand grotendeels af; de toren en een deel van de muren blijven staan. Men start vrijwel onmiddellijk met de herbouw onder leiding van bouwmeester Cornelis Frederiksz van der Gouwe. Het koor wordt verhoogd en de dwarsbeuken (transepten) worden gebouwd. De ramen worden sterk vergroot, maar voor een deel tijdens of vrij snel na de bouw weer verkleind, wat vooral aan de buitenkant nog goed te zien is.
Na 1540 hebben geen ingrijpende verbouwingen meer plaatsgevonden. Op 25 september 1566 werden door Hendrik van Brederode de beelden uit de kerk verwijderd en kwam het gebouw in handen van de aanhangers van de reformatie.